Koninklijke Marine en Techport slaan handen ineen op thema Smart Maintenance
Installaties op de schepen van de Koninklijke Marine worden steeds complexer en geavanceerder en dat vraagt om een andere kijk op onderhoud. Onderhoud zit ingebakken in het ontwerp van het schip en de wens voor modern onderhoud moet dan al aan het begin worden meegegeven. Maar hoe zien die wensen er concreet uit? Welke metingen moeten gedaan kunnen worden? En hoe vaak? De Koninklijke Marine start in de proeffabriek van het Fieldlab Smart Maintenance een onderzoek om inzicht te krijgen in de effecten van verschillende type metingen met bewust defect gemaakte lagers. Dit moet bijdragen aan installaties die gemaakt zijn om slim onderhouden te worden.
Moderne schepen, modern onderhoud
Het team Data voor Onderhoud binnen de Directie Materiële Instandhouding (DMI) van de Koninklijke Marine werkt toe naar het gevraagde moderne onderhoud van de schepen. Marc Hulzebos en Sietze Bruinsma zijn maintenance engineers bij de afdeling Conditiebewaking en willen door het onderzoek bij het Fieldlab meer inzicht krijgen in de hoogfrequente stroom en spanningsmetingen in vergelijking tot de meer conventionele trillingsmetingen. De proefopstelling van het Fieldlab is met vier elektromotor-pomp opstellingen de ideale testomgeving omdat de metingen met bewust defect gemaakte lagers kunnen worden uitgevoerd. Voor het onderzoek zijn dan ook een aantal lagers genormeerd kapot gemaakt en door analyse van data zal duidelijk worden of je dit terugziet in de verschillende meetmethoden.
Combineren expertises
De hypermoderne schepen die de Koninklijke Marine gaat bestellen worden met een kleine bemanning volledig in bedrijf gehouden. Dat vraagt om samenwerking van verschillende expertises en het beperken van onderhoudslast. Waar vroeger het Hoofd TD het meeste van een installatie wist brengt het hoofd TD nu de disciplines bij elkaar. Dit begint al aan land waar de maintenance engineers en de data engineers samenwerken aan slimme oplossingen voor aan boord. Smart maintenance betekent een verandering voor iedereen die betrokken is bij onderhoud. Bart Pollmann, lid van het team Data voor Onderhoud: “We moeten klein beginnen en laten zien dat modern onderhoud werkt. Stap voor stap enthousiasmeren en de mogelijkheden laten zien. Het testen in de proeffabriek is een onderdeel daarvan. Het is een heel veilige omgeving en dat is prettig om te kunnen testen. De resultaten moeten we natuurlijk nog afwachten. ”De eindresultaten van de testen worden met de consortiumpartners binnen het Fieldlab Smart Maintenance gedeeld”.
Samenwerking
Gerik ten Berge, programmamanager Fieldlab Smart Maintenance, over de samenwerking. “De aankomende test van de Koninklijke Marine laat zien waar de toegevoegde waarde ligt van het Field Lab Smart Maintenance Techport. Niet alleen beschikken we als Techport over testfaciliteiten in de proeffabriek, maar binnen het Fieldlab werken ook diverse partijen met expertise op het thema Smart Maintenance samen. Goed om te zien dat Fieldlab partners als Facta, SKF en Semiotic Labs aangehaakt zijn op de testen. We zijn blij met de samenwerking met de Koninklijke Marine en zien voor de toekomst veel aanknopingspunten om dit uit te breiden”. Bart Pollmann is nieuwsgierig, “Ik ben benieuwd hoe deze proef kan bijdragen aan de toekomstige onderhoudbaarheid van onze mooie nieuwe schepen. Benieuwd naar hoe de maintenance engineer en de data scientist samen tot goede onderhoudsadviezen kunnen komen. Benieuwd waar de samenwerking met Techport naar kan leiden.”
Over het onderzoek
De faalmechanismen die de Koninklijke Marine wil meten worden aangebracht in de proeffabriek en van elke meting wordt bijgehouden wat er precies aan het systeem is veranderd. Na ieder soort aangebracht faalmechanisme wordt de installatie zo goed mogelijk teruggezet op nul. Hierdoor wordt automatisch ook veel gezonde data gegenereerd en wordt gewaarborgd dat de basis van elke aangebrachte fout correct is. Er worden zoveel mogelijk faalmechanismen aangebracht in meerdere gradaties. Door de onderdelen expres kapot te laten gaan leren de sensoren de zaken beter herkennen en kan er op basis van algoritmes voorspelbaar onderhoud verricht worden. De data moet in eerste instantie offline blijven om een blinde studie te kunnen garanderen. De ervaringen en resultaten van het onderzoek worden met de consortiumpartners gedeeld.
Meer informatie:
Bart Pollmann, Koninklijke Marine
https://www.defensie.nl/organisatie/marine/eenheden/directie-materiele-instandhouding
Gerik ten Berge, Techport